Betere bezoekersvoorzieningen, meer mogelijkheden voor groepen en een toekomstbestendig museum. Met het nieuw te bouwen bezoekerscentrum De Kapberg slaat Museumboerderij West-Frisia meerdere vliegen in één klap. KNHM foundation dacht mee over het werven van sponsors en fondsen.
Op Museumboerderij West-Frisia is een begrip in Hoogwoud en omstreken. Het museum, ondergebracht in een stolpboerderij uit 1857, belicht het boerenleven aan het begin van de vorige eeuw. Hoewel West-Frisia jaarlijks duizenden bezoekers trekt, zijn de voorzieningen van het museum beperkt. Een nieuw bezoekerscentrum is dus gewenst. “Vrijwel de hele museumboerderij is ingericht als tentoonstellingsruimte,” zegt museumbeheerder Esther de Best. “Daardoor is er eigenlijk te weinig ruimte om onze bezoekers goed te kunnen ontvangen. In een nieuw bezoekerscentrum kunnen we betere horeca- en toiletvoorzieningen onderbrengen, maar hebben we ook de mogelijkheid om nieuwe activiteiten aan te bieden. Dat geeft ons veel meer armslag.”
Bij de plannen voor het bezoekerscentrum speelde ook KNHM foundation een belangrijke rol. KNHM-adviseur Marco Veendorp hielp de initiatiefnemers bij het opstellen van een brochure waarin de plannen van West-Frisia werden gepresenteerd en dacht mee over het aanschrijven van fondsen en het benaderen van sponsors. Esther: “Zonder Marco’s aanjaagfunctie had het project misschien nog wel op de planken gelegen.”[mk_padding_divider size=”73″]Inmiddels heeft de stichting een flink deel van het benodigde kapitaal bij elkaar gesprokkeld. Binnenkort beslist de gemeenteraad van Opmeer over toekenning van het resterende bedrag. Esther hoopt op een goede afloop. “Net als andere kleinere musea moeten we het in toenemende mate hebben van de dingen die we naast het museum doen. Zoals het ontvangen van schoolklassen of het aanbieden van groepsarrangementen. Met een nieuw bezoekerscentrum kunnen we goed op die trend inspelen én nieuwe doelgroepen binnenhalen. Dat is voor ons voortbestaan op langere termijn ontzettend belangrijk.”Dit artikel verscheen in het KNHM foundation Jaarbericht 2018.
