Meerdere bijzondere en interessante sprekers hebben tijdens het We doen het samen! Festival wijze woorden gesproken. Over samenwerking, over actief burgerschap en over verbinding maken met andere mensen of met je buurt. Werkplaats dook in de geschiedenis en noteerde de meest inspirerende quotes van vier sprekers tijdens het festival.
Herman Tjeenk Willink
spreker tijdens het festival in 2018
Herman Tjeenk Willink is een Nederlands voormalig politicus voor de Partij van de Arbeid (PvdA) en oud-topambtenaar. Van 1991 tot 1997 was hij voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Van 1997 tot 2012 was hij vicepresident van de Raad van State. Sinds december 2012 is Tjeenk Willink minister van Staat. Hij was zes keer informateur bij Nederlandse kabinetsformaties.
“Betrokkenheid van burgers moet van onderop worden ontwikkeld, in eigen stad of buurt of bij de eigen school. De voorwaarden zijn bekend: versterk de kleinschalige verbanden, ga uit van vragen, oplossingen en activiteiten van de burgers zelf en biedt daarvoor ruimte, accepteer dat uitkomsten (daardoor) per provincie, stad of straat verschillend kunnen zijn, wees als overheid normerend en stimulerend en toon als bestuurders waardering voor de eigen inbreng van burgers.””Essentie van het burgerschap, als publiek ambt, is het eigen initiatief. Burgers bepalen zelf hoe zij hun publieke ambt vervullen. Vrijheid en variatie zijn voor democratie immers essentieel. Een door het bestuur ’gecertificeerd burgerschap’ is een contradictie. Het kweekt geen burgers, maar onderdanen. Dit betekent echter niet dat het bestuur slechts aandacht kan vragen voor de betekenis van actief burgerschap en verder maar moet afwachten of en in hoeverre burgers daaraan invulling geven. Het kan langs verschillende wegen burgerschap concreet bevorderen en doet dat ook. Enkele voorbeelden. Burgerschap komt tot bloei bij een breed gedragen besef onder burgers dat de samenleving hen niet ’overkomt’, maar juist door henzelf collectief en individueel gemaakt wordt en dat hun handelen of niet handelen dus de kwaliteit van een samenleving mede bepaalt. Hierin liggen de drijfveren voor gezamenlijk vrijwilligerswerk, maar ook voor individuele hulp aan medeburgers thuis of op straat. Het bestuur kan aan dat besef bijdragen door zichzelf betrokken te tonen. Burgers verwachten van het bestuur dat het de betrouwbare instantie is waar zij terecht kunnen voor informatie, dienstverlening en begrip voor hun persoonlijke problemen; de instantie die voor problemen waarschuwt en deze probeert te voorkomen. Een betrokken bestuur heeft niet alleen oog voor doelmatigheid en doeltreffendheid, maar biedt ook ruimte aan medewerkers om zich daadwerkelijk voor burgers in te zetten. Een betrokken bestuur kan een actief burgerschap ’uitlokken’ en daarmee ook de integratie van burgers met een andere culturele achtergrond stimuleren. Burgerschap wordt ook bevorderd als het openbaar bestuur de burgersamenleving (civil society) weer ’herontdekt’ en erkent als aanvulling op de staat én als noodzakelijk tegenwicht tegen de staat. Staat en burgersamenleving zijn immers wederzijds van elkaar afhankelijk.”Deze reeks interviews verscheen in Werkplaats 30.