“Ons dorpshuis wordt verbouwd, met grotendeels nieuwbouw. Hierdoor stijgen de WOZ-waarde en vervolgens de OZB-waarde enorm. Hoe komt dit en kunnen we daar iets aan doen?”
Antwoord
Maurice Bergmans, adviseur KNHM foundation en initiatiefnemer MFC ’t Luukske:
“Helaas verzuimen overheidsinstanties regelmatig daar melding van te maken. Dit zien we in Limburg ook en ook bij ’t Luukske was dit een (pijn)punt van aandacht. Maar er zijn wel wat mogelijkheden om de WOZ/OZB pijn te verzachten.
Allereerst: kijk of de WOZ-waarde (Wet waardering onroerende zaken) van het pand na de nieuwbouw ook realistisch is. Voor de verbouwing (2016) van ’t Luukske was de WOZ-waarde € 291.000,-. Na de verbouwing (2017) kregen we een eerste aanslag met een WOZ-waarde van € 1.396.000,-. De bijbehorende aanslag OZB (Onroerende Zaak Belasting) was toen ook extreem hoog. We hebben toen allereerst bezwaar aangetekend tegen de WOZ-waarde en hier een aardige discussie met de gemeente over gevoerd. Resultaat was een herziening van de WOZ waarde die nu (2021) staat op € 558.000,-.OZB
De WOZ is de basis voor de aanslag van de OZB. Gemeenschapshuizen worden gezien als een bedrijfspand (niet-woning). Sinds 1 januari 2019 mogen gemeentes voor gemeenschapshuizen een ander tarief vaststellen voor de OZB. Dit was voorheen niet mogelijk omdat de gemeentewet dit niet toeliet. Sommige gemeentes (zoals Reuver) waren hierin (al voor de wetswijziging) creatief en gaven het bedrag van de aanslag geheel of gedeeltelijk terug in de vorm van een subsidie. Binnen 6 weken na opleggen van de aanslag OZB mag je een verzoek tot subsidie indienen voor een deel of het hele bedrag van de OZB-aanslag. Deze mogelijkheid heeft een gemeente nog steeds.
Sinds 1 januari 2019 mogen gemeenten een apart tarief vaststellen voor gemeenschapshuizen en sportaccommodaties. Dit kan een nul-tarief zijn maar ze kunnen ook bijvoorbeeld deze groep laten vallen onder het reguliere tarief voor woningen. Dit laatste hebben we na veel gesprekken uiteindelijk voor elkaar gekregen in onze gemeente. In onze gemeente is de heffingsmaatstaf voor bedrijven 0.20337% en voor woningen 0.10112%. Hierdoor betalen we als ’t Luukske nog maar de helft van de OZB ten opzichte van voorheen.
Toeristenbelasting
Mocht er in gemeenschapshuizen worden overnacht dan kun je ook nog te maken krijgen met forensen-/toeristenbelasting. Ook over deze belasting zijn we met de gemeente het gesprek aangegaan. Het zijn soms kleine bedragen, maar wanneer je € 1.75 per nacht moet betalen (dus per week per kind € 12.25) voor een week zomerkamp van € 75,- is dat een heel groot deel. Voor ons dorpshuis zijn dit geen kosten, want we innen het bij de bezoekers en betalen het een op een door aan de gemeente, maar voor de gasten kan dat oplopen tot een flink bedrag. Als we dit niet in rekening hoeven te brengen, kunnen we gunstigere tarieven bieden voor groepen die in ons dorpshuis willen verblijven. En omdat kinderen op zomerkamp geen gebruik maken van de faciliteiten die voor toeristen worden gecreëerd leek deze belasting onrechtvaardig. Gelukkig wordt ook hier nu rekening mee gehouden en op overnachtingen van jeugdgroepen zijn we volledig vrijgesteld van toeristenbelasting.
Mijn advies is dus: ga met de gemeente in gesprek wijs ze op de mogelijkheden en hoe andere gemeenten hier in Nederland mee omgaan. Hopelijk zijn ze bereid om met je voorstel mee te gaan!”
Heb jij ook een vraag voor onze adviseurs? Neem contact met ons op!