Lokale kracht is een van de pijlers van de participatiemaatschappij. Maar wat is lokale kracht precies, en hoe laat je die het best tot bloei komen? Voor Werkplaats spraken we vier experts op het gebied van geluk, verandering, burgercollectieven en sociale innovatie. “Buurtbewoners pakken vaak problemen aan waarmee de gevestigde orde zich eigenlijk geen raad meer weet.”
Lou Repetur
Lou Repetur is expert sociale innovatie en programmadirecteur bij Movisie. Ze richt zich onder meer op de versterking van de sociale basis en de versnelling van leertrajecten in de praktijk van inwoners, professionals en beleidmakers.
“Lokale kracht betekent voor mij dat mensen zich met elkaar verbinden, in hun eigen wijk, maar ook daarbuiten. Verbinding kan namelijk ook digitaal plaatsvinden. Door hun krachten te bundelen in een gezamenlijk netwerk zijn inwoners in staat hun eigen leefwereld te verrijken, meer zin aan hun leven te geven en te doen wat ze nodig vinden om de leefbaarheid in hun buurt te verbeteren. Een paar jaar geleden heb ik samen met mijn man in Zeist een mentoraat opgezet voor hoogopgeleide nieuwkomers. Als kind van vluchtelingen heb ik zelf ooit ervaren hoe belangrijk het is als mensen je hun netwerk en vriendschap bieden. Daarmee help je nieuwkomers om op een duurzame manier een plaats te vinden in de samenleving.
Vijftig jaar geleden waren er ook veel mensen die zich op vrijwillige basis voor de buurt inzetten. Maar ik denk wel dat de bestuurlijke, politieke en ambtelijke aandacht voor bewonersinitiatieven sterk is toegenomen. En dat bewoners met hun initiatieven een steeds groter terrein bestrijken. In september 2020 heeft Nederland Zorgt Voor Elkaar, samen met Vilans en Movisie, een enquête uitgezet onder zorgzame gemeenschappen. Daaruit blijkt dat bewonersinitiatieven een belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van de sociale cohesie. Ze gaan eenzaamheid tegen, bevorderen de participatie van groepen in een achterstandspositie, nemen mantelzorgers zorg uit handen en zetten zich in voor leefbaarheid, gezondheid en preventie. Dat zijn eigenlijk allemaal thema’s waar vroeger de verzorgingsstaat zorg voor droeg. Uit hetzelfde onderzoek blijkt helaas ook dat 50% van de bewonersinitiatieven met een jaarlijks budget van minder van 1100 euro moet rondkomen. Dat is ontzettend mager. Als je wil dat bewonersinitiatieven echt impact maken, moet je daarvoor als overheid ook voldoende financiële middelen beschikbaar stellen. De bijdrage die bewonersinitiatieven leveren aan een sociaal vraagstuk als eenzaamheidsbestrijding is onbetaalbaar. Maar om ontmoeting in een buurt mogelijk te maken, moet je ook budget hebben om dat vaker dan een of twee keer per jaar te organiseren. Bij elkaar komen heeft pas effect als dat niet eenmalig is. Ook als het doel van een bewonersinitiatief op het eerste gezicht wat kneuterig overkomt, kan de meerwaarde ervan enorm positief uitpakken. In Amstelveen heeft een groep omwonenden van het Keizer Karelpark vogelvlotjes en floatlands ontworpen en gebouwd. Het project was aanvankelijk vooral op duurzaamheid gericht, maar door het aanleggen van die vlotjes hebben heel veel ontmoetingen plaats gevonden tussen bewoners van uiteenlopende leeftijd. Zo’n voorbeeld laat mooi zien dat bewonersinitiatieven vaak veel grotere neveneffecten hebben dan de initiatiefnemers vooraf voor ogen stond. De kneuterigheid van bewonersinitiatieven verdient echt een standbeeld.” Deze reeks interviews verscheen in Werkplaats 32.