In Rotterdamse wijk Middelland
Als het gaat om cijfers van kinderen die opgroeien in armoede of eenzaamheid onder ouderen, dan scoort de wijk Middelland in Rotterdam bovengemiddeld. Maar datzelfde geldt voor de onderlinge betrokkenheid en samenwerkingen die de wijk kracht geven van binnenuit. We nemen twee initiatieven onder de loep.
HET WIJKPALEIS – de plek om het te maken
De een komt naar het Wijkpaleis voor het eten, de ander huurt of werkt in een atelier en de volgende wil met buurtgenoten sparren over bijvoorbeeld een ingrijpende renovatie aan de straat. Marieke Hillen is een van de initiatiefnemers die in de wijk woont. “Op de begane grond is een publieke ontmoetingsplek met collectieve werkplaatsen, zoals de wijkkeuken, een textielatelier, maaklokaal en een houtwerkplaats. Op de verdiepingen zijn achttien professionele werkplaatsen waar in totaal zo’n veertig mensen werken, van theatermaker tot constructeur, van kostuummaker tot keramist. En op de bovenste verdieping is een dependance van een echte wijkschool. Maar we verbinden ook mensen met potenties”, vat Marieke Hillen samen. “Voor ons is het Wijkpaleis pas echt het Wijkpaleis als niet iedereen op zijn plekje zit, maar als er interactie is tussen de verschillende gebruikers. Het samen maken staat centraal.”
Huis van de Wijk
Ondanks alle corona-maatregelen kwamen er vorig jaar zo’n 7.500 mensen over de drempel van het Wijkpaleis in de wijk Middelland. “Dankzij onze ruimtes zoals de maaklokalen konden bezoekers elkaar op een veilige manier toch ontmoeten in het Wijkpaleis. Daar was in de wijk gewoon heel erg behoefte aan. Ook bleven we maaltijden koken, maar nu kon men ze afhalen. Zo konden buurtbewoners in de rij wel even een praatje met elkaar maken.” Iedere wijk in Rotterdam heeft een ‘Huis van de Wijk’, legt Marieke uit. “In Middelland maken we het Huis van de Wijk ‘zelf’ of beter gezegd samen: 13 initiatieven werken samen als ‘Huize Middelland’. ‘Huize Middelland’ is dan ook geen groot centraal gebouw, zoals in andere wijken, maar een netwerk van kleine en grotere ontmoetingsplekken verspreid door de wijk. Waaronder het Wijkpaleis. Je kunt er terecht voor ‘formele’ zaken als sociale programmering en steun voor mantelzorgers, maar iedere plek doet ook gewoon wat het altijd al in de wijk deed. We vullen elkaar aan. Door de diversiteit in de wijk is het talent, de kennis en de kunde ook heel divers en kun je gebruikmaken van elkaars netwerken. Dat geeft een enorme boost aan zowel de initiatieven als de samenwerking!”
Laagdrempelig
Het Wijkpaleis kwam er overigens niet van de ene op de andere dag. Eigenlijk groeide het van een initiatief voor in de zomer naar een vaste plek voor (ook) in de winter. In 2008 bedacht een aantal vrouwen Singeldingen, een zomerse plek aan de Heemraadssingel. Er kwam een oude loempiakar en ze bedachten activiteiten voor op het gras. In het volgende jaar bouwden ze een nieuwe kiosk en de derde zomer liet de gemeente water en elektra aanleggen. “Zo laagdrempelig begon onze relatie met de gemeente en deelgemeente. We lieten zien waar behoefte aan was en wat werkte.” Die aanpak zorgde voor vertrouwen en een goede band met de ambtenaren, een samenwerking die ontzettend belangrijk is voor initiatieven zoals het Wijkpaleis. “En nu willen we als wijk ook meer invloed hebben op de reguliere budgetten. Zo denken we met de gemeente mee over duurzaamheid in de wijk, en mochten wij een project over circulariteit bedenken en uitvoeren. We hebben onszelf zelfs in de Welzijnscoalitie Delfshaven georganiseerd dat we mee gaan doen met aanbestedingen van de gemeente in onze wijk. Want wie kan dat nou beter dan bewoners zelf?”
Doortimmerde toekomstplannen
Ook al kun je bijna alle kennis en expertise uit je wijk halen, soms heb je gewoon even een ‘power-up’ nodig van buitenaf. Zo ook met hun plannen voor de aankoop van hun pand. “Een expert uit het netwerk van WijkBV keek mee naar de financiën, KNHM foundation hielp met advies en een lening voor een verbouwing en experts van Arcadis inspecteerden de staat van het pand. Het resultaat: een enorm Excel bestand, twee jaarrekeningen en vooral goed doortimmerde toekomstplannen en ideeën voor verduurzaming: belangrijke dingen die de gemeente, banken en andere investeerders willen weten.” Want de afspraak met de gemeente is om in 2022 na drie jaar huren het schoolgebouw waarin ze zitten te kopen. “Daarvoor krijgen we niet alleen een lening van KNHM en de bank, maar we willen ook geld lenen van wijkbewoners. Het blijkt gewoon van heel grote waarde als je meerdere samenwerkingspartners hebt. Zoiets kun je niet alleen.”
Partners
KNHM foundation ondersteunt het Wijkpaleis middels advies en een vastgoedlening vanuit KNHM Participaties. Andere partners die betrokken zijn bij het Wijkpaleis zijn onder meer LSA bewoners, vanuit het programma De WijkBV. Met een bijdrage van o.a. Stichting DOEN helpen ze de pioniers deze ambities waar te maken door experts met kennis en ervaring uit hun netwerk in te zetten. Van vastgoedexperts tot onderhandelaars en mediators, van juristen tot community builders en van zorgexperts tot energietechneuten.
www.knhm.nl/wijkpaleis
www.lsabewoners.nl/ondernemers/de-wijkbvBram Dingemanse en Marieke Hillen
WELZIJNSCOALITIE DELFSHAVEN
Voorlopig blijft het nog bij veel vergaderen, plannen schrijven en duimen dat de gemeente er hetzelfde over denkt, maar sociaal ondernemer Bram Dingemanse is ervan overtuigd dat Welzijnscoalitie Delfshaven een goede kans maakt om samen met een gerenommeerde welzijnspartij de zorg voor buurtbewoners effectief te regelen. “We zijn een wijknetwerk met 52 bewonersinitiatieven die hun krachten efficiënt kunnen bundelen, zo bleek tijdens de eerste lockdown vorig jaar. Binnen drie dagen hadden we een website in de lucht waar vrijwilligers en mensen met een hulpvraag zich konden aanmelden: Delfshaven Helpt. Honderden vrijwilligers deden boodschappen of brachten mensen naar de huisarts. Een jaar geleden presenteerde de gemeente haar beleidsplan Welzijn. We roken onze kans: meedoen met de aanbesteding. We zochten contact met de huidige welzijnsaanbieder in ons gebied, maar zij wezen ons samenwerkingsvoorstel af. Drie anderen vonden ons wél interessant. Met DOCK hebben we nu een deal. Als zij de aanbesteding winnen gaan ze met onze welzijnscoalitie samenwerken op basis van gelijkwaardigheid en transparantie. Het wijknetwerk kan zich dan optimaal ontwikkelen. Lokaal tenzij wordt het leidende principe.”
Sociale verbindingen
“Het beleid is steeds meer gericht op wijkniveau, er moet meer digitaal gebeuren en de focus ligt meer en meer op prioriteitsgroepen, waaronder jongeren in armoede, ouderen die langer thuis moeten blijven en kwetsbare Rotterdammers met psychische of lichamelijke uitdagingen. Het idee is dat zij meer in de wijk blijven in plaats van naar instellingen gaan. Dat betekent dat ook preventie en sociale verbindingen belangrijker worden. Dat is precies waar we goed in zijn. In Middelland hebben we vijf jaar ervaring met welzijnswerk door buurtprojecten. Met 13 initiatieven vormen we een huis van de wijk in zelfbeheer: Huize Middelland, zoals Marieke vertelde. Dat resulteerde onder andere in een groei van buurtactiviteiten en vrijwilligers van 30% in vijf jaar. Als één van de weinige wijken in Rotterdam heeft Middelland een gestaag stijgende sociale index!”
Effectiever
De coalitie heeft duidelijk een andere aanpak dan die van de grote welzijnsaanbieders, vertelt Bram. “Wij werken relationeel, we zitten niet vast aan kantoortijden en bieden continuïteit. We wonen er immers zelf. Onze vrijwilligers bieden zichzelf aan om in het kader van eenzaamheidsbestrijding bij mensen thuis aan te bellen en een gesprek aan te gaan. Hun motivatie is groot. En ze zijn bekend met de buurt. Dat is effectiever dan een welzijnsbedrijf waar veel uitvoerend werk gedaan wordt met stagiaires of zogenaamde ‘tegenprestatie vrijwilligers’. De aanpak van die bedrijven is meer schriftelijk en minder persoonlijk. Met vragenlijsten alleen bereik je geen migrantenouderen. Het VSBfonds vond ons plan voor de Welzijnscoalitie zo interessant dat ze een subsidie hebben gegeven om het verder te ontwikkelen. Ik zou het leuk vinden om in de komende jaren bij een succesvolle start te helpen. Maar als het loopt, zwaai ik ook weer af. Er zit een pionier in me. En er zijn genoeg talenten in de wijk die dit heel goed kunnen gaan draaien.”