Floor Ziegler valt op. Niet in de eerste plaats door haar grote bos rode krullen of haar wat lage, gedecideerde stem. Ze valt op door haar oprechte passie voor mensen. Het zaaltje waar ze spreekt tijdens de Dag van de lokale democratie zit vol met gemeenteambtenaren die wel eens willen weten hoe ze het voor elkaar krijgt: de systeemwereld verbinden met de leefwereld. “Het is allemaal niet zo ingewikkeld, je gaat de straat op, wandelt een stukje en ik garandeer je dat je binnen no time bewoners te spreken krijgt die je meer kunnen vertellen over hún gemeenschap, dan je ooit vanachter je bureau had kunnen bedenken.”
In de Amersfoortse Prodentfabriek is het een drukte van belang. Tijdens de Dag van de lokale democratie, laten bestuurders, ambtenaren, raadsleden en inwoners zich inspireren over de democratie van de toekomst. Het onderwerp leeft, dat mag duidelijk zijn. Met Omgevingswet die in 2020 wordt ingevoerd begint de deadline waarin gemeenten toegerust moeten zijn om de veranderende taken en werkwijzen uit te voeren steeds dichterbij te komen. Onderwerpen als Right to Challenge, participatie, co-creatie en hoe je als gemeente burgerinitiatieven faciliteert staan dan ook hoog op de agenda. Alle zaaltjes zitten vol en de sprekers staan ook na hun verhaal nog lang na te praten met de aanwezigen. De workshop van Floor staat als laatste in de categorie ‘Democratie bij maatschappelijke opgaven’ op het drukke programma. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie introduceert haar, omdat er in 2019 een ontwikkelingstraject van start gaat waar gemeenten zich voor kunnen opgeven. Het fonds wil de ontwikkeling van stadlabs stimuleren, door de uitwisseling van kennis en kunde en met een financiële impuls. De begeleiding van deze trajecten, waarbij vijftien gemeenten aan de slag gaan met leefbaarheid, duurzaamheid en stedelijke transformatie, ligt in handen van Floor. “Ja ja, ík val te winnen”, zegt ze daarop lachend.
“De hens ging er nog net niet in”
Ze trapt haar verhaal af met een anekdote over de start van de Noorderparkkamer: een culturele ontmoetingsplek in Amsterdam Noord. “Ik was zakelijk leider en coach in de wereld van klassieke muziek, toen ik door het Amsterdams Fonds voor de Kunst werd gevraagd om als kwartiermaker te fungeren. Wat naïef ging ik aan de slag met de Noorderparkkamer, in de veronderstelling dat alle bewoners blij zouden zijn met een plek waar mooie muziek werd gemaakt. Nou, het paviljoen werd nog net niet in de hens gestoken! Ik had me niet goed verdiept in de samenstelling van alle mensen die rondom het park wonen: hondenuitlaters, hangjongeren, bakfietsouders, alcoholisten… Dus ik ben letterlijk op iedereen afgestapt en ik heb gevraagd: wat wil jij? Waar ben je trots op?”
Leegstand in Emmen
Het blijkt het begin van een werkwijze die door steeds meer steden en dorpen wordt omarmd. Na het succes van de Noorderparkkamer en de verschillende broedplaatsen en straten die ze heeft opgezet in de hoofdstad, wordt Floor steeds meer gevraagd om haar kennis en ervaringen te delen op andere plekken in Nederland. In Emmen bijvoorbeeld, waar ze samen met een lokale stadmaker en ambtenaar een leegstaand pand in de binnenstad omdoopt tot Plan B Store. De Drentse stad kampt met leegstand en is op zoek naar een impuls voor lokale ondernemers. In een week waarin de inloopwinkel decor was voor creatieven, bewoners bij elkaar kwamen en ambtenaren kwamen lunchen, zijn er nieuwe verbindingen gelegd en nieuwe samenwerkingen gestart die anders nooit van de grond waren gekomen. “Ik zie de tussenruimte”, legt Floor desgevraagd uit aan de ambtenaren in haar workshop als die willen weten hoe ze het nou precies voor elkaar krijgt, al die verbindingen. “Beschouw mij als een vertaler tussen de formele en informele wereld. En die tussenruimte zie je het beste als je gewoon gaat wandelen en de straat op gaat. Daarnaast heb ik een eindeloze interesse in mensen en hun wereld. Ik zie altijd de schoonheid en de mogelijkheden van iemand. Als je daar de schijnwerpers op weet te zetten, dan zie je mensen groeien.”
Stadmakers vind je overal
Er gaat een vinger omhoog: er is maar één Floor. Hoe kunnen steden en dorpen meer mensen zoals zij vinden? “Stadmakers vind je overal”, zegt ze vastberaden. “Maar het zijn altijd dezelfde mensen die opstaan en die je hoort tijdens bijeenkomsten”, werpt de vraagsteller tegen. Floor, geagiteerd: “Daarom moet je ook naar buiten! Ga de straat op, de wijk in. Vraag aan iedereen die je ziet wat ze leuk vinden aan hun buurt, wat hun hobby’s zijn en waar ze trots op zijn. Ik garandeer je dat als je op die manier drie mensen leert kennen, dat je dan de hele gemeenschap hebt ontmoet. En daar zit altijd iemand tussen die iedereen kent en die dingen regelt. Dát is je stadmaker.”
Ze wandelde jaren geleden van haar huis in Amsterdam naar het Friese dorp Reduzem. Onderweg praat ze met iedereen die ze tegenkomt, van de postbode, tot een ouder echtpaar op een bankje en de plaatselijke slager. “Het grappige is, dat ze in Reduzem al zo lang bezig zijn met wijkondernemingen en burgerinitiatieven. Het is daar iets vanzelfsprekends dat bewoners zaken onderling oppakken. Dat is echt het verschil tussen het kleine dorp en de stad. Het dorp moest al veel langer zelf zien te overleven. In Amsterdam beginnen ze nu pas te begrijpen dat onderlinge verbindingen de beste route is naar een gemeenschap waarin iedereen meedoet.”
Netwerk samenbrengen
In juli is het Stadmakerscentrum geopend in het ‘Huis van de Commons’ in Amsterdam. Een plek waar Floor vanuit haar enorme netwerk alle stadmakers in alle soorten en maten wil samenbrengen. Daarnaast kan er vanuit het centrum lokale stadmakersruimtes of stadlabs worden geïnitieerd. Floor: “Stadmaker zijn is een vak. En het is hoog tijd dat er een centrale plek is van waaruit dit vak meer gestalte krijgt, zodat we de rol van stadmakers verder kunnen ontwikkelen.”
Een van de aanwezigen merkt op dat ze in zijn gemeente al een stadlab hebben, maar dat het tot nu toe nog niet veel vruchten afwerpt. De vrijwilligers haken af, de wethouder weet niet hoe hij het verder moet doorzetten. Floor knikt, dit hoort ze overduidelijk vaker. “Daarom is het van belang dat álle betrokkenen zich eigenaar voelen van de plek in kwestie: dan valt het niet zo snel om. Als ik door gemeenten wordt gevraagd om ze te helpen, zeg ik altijd: geef me een plek, een thema en een kwartiermaker. Dan kunnen we aan de slag om ervoor te zorgen dat iedereen een stem krijgt, iedereen zich gehoord voelt en dat de buurt, de mensen uit de systeemwereld, creatieven en stadmakers eigenaar worden. Ik maak zelf vaak de vergelijking met zo’n Russisch poppetje: je hebt een kern nodig van mensen voor wie het hun kindje is. Dan komen daar vanzelf nieuwe schillen van mensen omheen die graag mee willen doen.”
In de Noorderparkkamer staan de alcoholisten op een gegeven moment achter de bar. “Je kunt erom lachen, maar ik heb nog nooit zulke toegewijde en hardwerkende vrijwilligers gezien. Het mooie is zelfs, dat ze er zelf minder van gingen drinken. Zelfs de wijkagent was onder de indruk.”Het begint met creativiteit
Floor Ziegler is stadmaker. Zij legt verbindingen tussen mensen en initieert projecten en ontmoetingsplekken. “Het begint altijd met creativiteit.” Zo bedacht zij ook de ‘Dwarszitter’: het lijkt een gewoon bankje, maar de bedoeling van de Dwarszitter is mensen op uiteenlopende leef- en werkplekken, zowel in dorpen, steden en organisaties uit te nodigen voor een gesprek. Zonder een vooropgesteld doel. De leidende vraag die de Luisteraar aan de persoon op de bank stelt is wat hem dwarszit. Als vanzelf vertellen mensen hun levensverhaal, wat hun beweegt, over hun favoriete plekken of passies; De Luisteraar luistert met aandacht, belangeloos, zonder vooringenomen mening of oordeel.
www.floorziegler.nl