Katalys - orange-figure-13

‘We hebben letterlijk al onze talenten en strijdkracht bij elkaar gelegd’

In 2012 staat Villa Ockenburgh bijna 20 jaar te koop. Het pand heeft dan 3 miljoen euro achterstallig onderhoud, in het bos er omheen durft haast niemand meer te komen en van de grandeur van weleer is weinig meer over. De buitenplaats op de grens van Westland en Den Haag is verloederd en lijkt rijp voor de sloophamer. Buurtbewoner Petra Brekelmans ziet het met lede ogen aan. Ze activeert haar buurtgenoten en samen redden ze Buitenplaats Ockenburgh. Een succesverhaal, maar wel een met een lange adem.

Wat betekent deze plek voor jou?

“Ik speelde hier als kind verstoppertje en ik leerde schaatsen op de vijver. Net als heel veel generatiegenoten uit de buurt ken ik de buitenplaats vooral als een heerlijke plek waar je kon fietsen, wandelen en ravotten. Maar in 2012 durfde ik mijn eigen kinderen niet eens alleen door het bos te laten fietsen.

Waarom denk je dat de gemeente geen koper kon vinden?

“In 1996 is de jeugdherberg gesloten die er sinds de jaren ‘30 in heeft gezeten. Voor touringcars vol jeugd die een weekje naar de duinen gingen was gewoon geen markt meer. En de gemeente dacht, als er een projectontwikkelaar komt dan is alles opgelost. Voor de buurt was het duidelijk dat er meer winst was te behalen dan geld. Want er was een snel veranderende samenstelling van de buurt en geen plek om met elkaar aan de praat te komen. We wilden mensen, jong en oud en van allerlei achtergronden en afkomst activeren. Samen met alle stakeholders in de buurt de krachten bundelen en de natuur weer beleefbaar maken: dat hadden wij als winst voor ogen.”

Hoe hebben jullie het aangepakt?

“Als buurtgenoten vonden wij dat het niet ging om geld verdienen, maar om het terugkrijgen van de harmonie in onze gemeenschap die net zo hard afbrokkelde als de villa. Deze plek speelde een grote rol in de oplossing daarvoor. Wij wilden de eendracht terug in de samenleving, dát was onze drijfveer om het plan te schrijven om Ockenburgh te redden. Geen financieel winstmodel, maar een model gebaseerd op maatschappelijke winst.”

Hoe vond de gemeente Den Haag dat in eerste instantie?

“Die stond niet direct te springen. Een vrijwilligersorganisatie die dat verwaarloosde pand opknapt? Ze hadden er in het begin niet zoveel fiducie in. Ik heb de taak van fondsenwerver op me genomen en ging verder op zoek naar financiering en advies. Zo kwam ik terecht bij KNHM Participaties en andere fondsen. Dankzij hen konden we van start met onze plannen. KNHM heeft ons bijvoorbeeld enorm geholpen met het doorrekenen van de economische haalbaarheid. Zonder die adviezen en ondersteuning hadden we het niet gered.”

“Ook de provincie Zuid-Holland was geïnteresseerd en heeft ons gesteund: zoveel erfgoed en rijksmonumenten zijn er niet meer in de provincie. Omdat deze instanties om ons heen gingen staan, hebben we langzaam maar zeker het vertrouwen gewonnen, ook van de gemeente. Al duurde het tot 2018 voordat we het eigendom over konden nemen, ook omdat de gemeente het eerste achterstallige onderhoud zou wegwerken. Het is een kwestie van de juiste partijen bijeenbrengen, zodat er vertrouwen ontstaat in de goede afloop. Nu zijn we met elkaar trots op het resultaat.

Een lange adem is dus wel nodig bij dit soort projecten…

“Ja, dat is zeker zo. Wij zijn als vrijwilligersorganisatie al acht jaar bezig en dat zonder specialisten of kenners op het gebied van projectontwikkeling binnen ons eigen team. We hebben letterlijk al onze talenten en strijdkracht bij elkaar gelegd en gekeken wie wat kan doen en waar nodig hulp van buitenaf gezocht. Ik ben ook niet iemand die snel opgeeft, maar zelfs bij mij kwam af en toe het gevoel naar boven dat ik dacht: laat maar. Dit gaat allemaal niet lukken. Gelukkig heb ik een ijzersterk thuisfront die mij dan wisten op te peppen. Kom op, zet door: je bent nu al zo ver gekomen. Zonder hen, de steun van alle organisaties die ons geloofden én natuurlijk die enorme groep vrijwilligers had ik het bijltje er ongetwijfeld bij neergegooid. Samen sterk is hier het motto geweest!”

Er zitten dan ook maar liefst 70.000 vrijwilligersuren van 150 vrijwilligers in dit project…

“Mooi hè? Dat is wat er gebeurt als je iets positiefs toevoegt aan een gemeenschap die in een negatieve spiraal zit. Dan creëer je met elkaar een olievlek, waar iedereen deel van uit wil maken. En als je samen door iets moeilijks gaat, zorgt dat ook voor een band. En Ockenburgh wás moeilijk. Maar het bos is nu weer van iedereen: er wordt gefietst, gewandeld, gespeeld en er worden regelmatig mooie evenementen georganiseerd. De villa is in ere hersteld en een ontmoetingsplek voor iedereen in de buurt en daarbuiten. Daar zijn we met z’n allen zo ontzettend trots op.”

Hoe manage je 150 vrijwilligers?

Lachend: “Dat is lastig! Vrijwilligers laten zich moeilijk managen… We hebben vooral aan mensen gevraagd waar ze goed in zijn en of ze dat specifieke talent willen inzetten. Iedereen beschikt wel over een vaardigheid waar je mee aan de slag kan. De een kan goed rekenen of heeft groene vingers, de ander is geweldig in verbouwen of schilderen. Zo zijn er zes groepen ontstaan: groen, klussen, evenementen, communicatie & pers, gastheren- en vrouwen en natuurlijk het bestuur en de fondsenwerving.”

“Er staan in zo’n groep natuurlijke leiders op. Wij als bestuur geven vooral basis kaders aan en geven de vrijwilligers vooral zelf de verantwoordelijkheid van hun acties. Niemand is uit op falen. We doen met z’n allen ons uiterste best om Ockenburgh met al onze talenten en tijd voor de komende generaties een fijne plek te maken. Verder laten we het los. Elke groep heeft zijn eigen coördinator die de zaken bespreekt met het bestuur. Ze hebben ook allemaal hun eigen map met daarin een SMART stappenplan. Bijvoorbeeld: hoe stel je een begroting op, hoe benader je de pers, hoe koppel je terug enzovoort. Zo zijn al die groepen al redelijk zelfstandig draaiende teams geworden. Dat scheelt veel discussies en gedoe. Je moet in een vrijwilligersorganisatie altijd een beetje oppassen dat het bestuur niet gaat micro-managen. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn. Over de vraag of iets goed is kunnen we blijven praten. Want mijn goed kan anders zijn dan jouw goed.”

Hoe hebben jullie het verder georganiseerd?

“We hebben een stichtingsbestuur en een Raad van Toezicht, waarin onder andere oud-directeur Fonds 1818 Boudewijn de Blij en Paul Beijer van Katalys Maatschappelijke Financieringen (red. toen KNHM Participaties) hebben plaatsgenomen. Zelf ben ik voorzitter van het stichtingsbestuur en ik denk dat je mij ook een soort ‘spelverdeler’ kunt noemen. Tijdens de eerste jaren en de aanloop naar de opening was het nodig om iemand zoals ik op die plek te hebben: een troubleshooter. Wat ik op een gegeven moment wel moeilijk vond, is dat je als bestuurder overal op wordt aangesproken. De bestuurders zijn óók vrijwilligers. En als je dit naast je gewone baan doet, is het bijna niet te bolwerken. Ik heb vele bestuurders zien komen en gaan en dan is het lastig om de continuïteit te bewaren. Ook nu komt er weer een grote verandering aan, maar dat is meer een logische volgende fase: we gaan op zoek naar een koersende voorzitter en een nieuwe betaalde spelverdeler. In die zin zit mijn werk erop: nu is het zaak om Ockenburgh voor de komende vijf jaar door dat wat meer rustige baren te leiden. Ik ben dan ook erg blij met de mensen die in de RvT zitten: zij adviseren ons ook over hoe we een goed en steady bestuur kunnen neerzetten voor de komende tijd.”

Ockenburgh is na al die jaren weer ‘alive and kicking’. Kun je nu al merken wat de impact op de buurt is?

“Er is weer leven in het bos en rondom de villa. Onze vrijwilligers hebben een geweldig evenementenprogramma opgezet, elke week is er wel wat te doen van theater tot lezingen. Dat ligt nu helaas stil door corona, maar we kijken uit naar het moment dat we weer door kunnen. Maar Ockenburgh is meer dan alleen een mooie ontmoetingsplek voor de buurt. Een deel van de vrijwilligers is bijvoorbeeld van de reguliere werkladder gevallen. Door bij ons weer voorzichtig en op eigen tempo aan de slag te gaan, lukt het sneller om weer mee te doen met de maatschappij. Ook hebben we volwaardige leer- en werkplekbegeleiding in de horeca. Van jongeren in het speciaal onderwijs tot aan studenten aan de universiteit, van jong tot oud, er zijn hier zoveel mooie verbindingen ontstaan.”

Kun je na al die jaren iets noemen wat bepalend is geweest voor het succes van Ockenburgh?

“De vrijwilligers. Er is een bijzondere gemengde groep ontstaan met tijd en talenten. Ik ben zelf natuurlijk ook een vrijwilliger, maar ik vind het fascinerend om na te denken waarom mensen dat eigenlijk doen. Alles in het leven is een keuze. In mijn geval wilde ik bijdragen om harmonie in mijn gemeenschap te brengen. Anderen kiezen voor vrijwilligerswerk om onder de mensen te komen, of na een periode niet gewerkt te hebben. Het is interessant om dat eens uit te zoeken: waar komt die betrokkenheid vandaan?”

Trekt corona een zware wissel op de dagelijkse gang van zaken?

“We zijn anders gaan kijken naar dingen. Je merkt ineens hoe ontzettend belangrijk het is om naar elkaar om te kijken. Daarom zijn we nu vanuit de keuken van Villa Ockenburgh een soepproject begonnen in samenwerking met Ben Lachhab van de Participatie Keuken. We brengen soep naar de mensen die alleen en/of behoeftig zijn in Loosduinen. En het gaat dus niet alleen om die soep, maar vooral om de vraag: hoe gaat het met u? Zo komt Ockenburgh nu gewoon naar mensen toe. Soms moet je jezelf gewoon opnieuw uitvinden en dan niet boos op de maatschappij worden maar dankbaar zijn voor wat wél kan. Ook dat is een keuze.”

Steun Katalys voor Villa Ockenburgh 

Sinds de oprichting van Stichting tot Behoud van Historische Buitenplaats Ockenburgh (SHBO) op 20 februari 2015 zijn partijen gezocht om het initiatief in stappen verder te brengen en robuuster te maken. Met steun van Fonds 1818 en Katalys (red. toen KNHM foundation) werd een economisch haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd door Bureau Hereijgers. Dit onderzoek werd ondersteund door Arcadis en Bremen Bouwadviseurs. De conclusie was dat de ingediende plannen economisch uitvoerbaar en haalbaar waren met een plan van aanpak. Het Rijksmonument Villa Ockenburgh werd in 2017 casco gerestaureerd door de Gemeente Den Haag en werd financieel ondersteund door de Erfgoedtafel Landgoederenzone van de Provincie Zuid-Holland voor een bedrag van ca 1,2 miljoen euro. De uitgebreide restauratie van de binnenzijde van de villa van 1,8 miljoen euro werd uitgevoerd door Stichting tot behoud van de Historische Buitenplaats Ockenburgh, dankzij de financiële ondersteuning van vele fondsen, waaronder Katalys. Villa Ockenburgh is in de zomer van 2020 officieel geopend.

Villa Ockenburgh

Dit item is gepubliceerd op 6 november 2020.