Katalys - orange-figure-13

Hoe sociaal is social?

Social media en online platforms spelen een steeds belangrijker rol in de dagelijkse communicatie. Maar zorgt de toenemende digitalisering ook voor meer verbintenis en participatie? We spraken met Rebecca Gerritse, manager Programma’s bij Humanitas, KNHM foundation-directeur Frank van Bussel en Tamar van de Paal, countrymanager Nextdoor: “Een digitaal platform kan de sociale cohesie in de buurt aanzienlijk versterken.”

[mk_padding_divider]Facebook, Twitter, LinkedIn, WhatsApp of Instagram: social media zijn niet meer uit onze samenleving weg te denken. Online gebruikersplatforms als Facebook hebben de functie van de dorpspomp overgenomen, maatschappelijke en politieke discussies worden voor een belangrijk deel op Twitter gevoerd en de ‘virale’ verspreiding via YouTube zorgt ervoor dat filmpjes en nieuwsitems in recordtijd kunnen uitgroeien tot ‘breaking news’.

Ook bij burgerinitiatieven en buurtprojecten neemt de ‘digitale community’ een steeds belangrijker plek in. Dankzij de nieuwe manieren van communiceren kunnen burgers zich sneller dan ooit organiseren, sociale initiatieven van de grond krijgen en draagvlak creëren voor een goed idee. Kledingbibliotheek LENA, een door KNHM ondersteund initiatief, bestaat bij de gratie van een online community. Ook Hotel Buiten, een café-restaurant dat zich inzet voor meer levendigheid en ontmoetingen in de Amsterdamse Slotervaartbuurt, is hot op social media. Al voor de opening telde hun de Facebookpagina al bijna 3500 volgers. KNHM foundation-directeur Frank van Bussel: “Dankzij social media kunnen burgerinitiatieven en sociale ondernemingen in recordtijd een digitale community creëren. Dat biedt hen de mogelijkheid om al in een vroeg stadium een draagvlak op te bouwen, geld bijeen te brengen via crowdfunding of  stakeholders te informeren. Digitale media hebben het organisatievermogen van burgers een enorme boost gegeven.”

Digitale leefwerelden

De praktijk laat zien dat social media de participatie van burgers niet alleen bevorderen, maar dat digitale communities soms razendsnel op de actualiteit kunnen inspelen. Van Bussel: “Toen Nederland drie jaar geleden plotseling werd geconfronteerd met een enorme toename van de vluchtelingenstroom, schoten organisaties zoals het COA en Vluchtelingenwerk meteen in de vergaderstand. In de tussentijd hadden zich op Facebook her en der al spontane groepjes gevormd van burgers die geld, kleding en eten inzamelden en actief nadachten over eigen vormen van opvang. De drempel om in actie te komen is veel kleiner geworden.”
Met de opkomst van online communicatie ontstaan steeds meer digitale ‘leefwerelden’, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Zoals Nextdoor, een communicatieplatform specifiek voor de buurt. Deze besloten buurtapp, die inmiddels door meer dan 4500 Nederlandse buurten wordt gebruikt, kwam in februari 2016 uit Amerika overwaaien. Via de app kunnen deelnemers op een laagdrempelige manier in contact kopen met buurtgenoten, maar ook buurtgerichte activiteiten als een buurtbarbecue of een gezamenlijke schoonmaakactie in de wijk organiseren. “Nextdoor biedt je de mogelijkheid om in een veilige en besloten omgeving met andere mensen uit je buurt in contact te komen,” zegt Tamar van de Paal, countrymanager Nextdoor. “Via de app kunnen buurtbewoners nieuws uitwisselen, elkaar helpen met diensten of spullen of gezamenlijk activiteiten ontplooien. Maar de belangrijkste verdienste van het platform is dat bewoners hun netwerk in de buurt kunnen vergroten. Dat draagt bij aan sociale cohesie.”

Buurtontmoetingsplaats

Volgens Van de Paal vormen sociale platforms als Nextdoor de moderne opvolgers van de traditionele buurtontmoetingsplaats. “Vroeger kwam je elkaar wekelijks tegen in de kerk, bij de buurtkroeg of de sportvereniging. Maar in de moderne samenleving lopen onze activiteiten niet meer synchroon. We gaan nog wel eens naar de kroeg, en we hebben nog weleens een spirituele beleving, maar zelden op dezelfde tijd en plaats. Daardoor mis je connecties in je eigen lokale gemeenschap. Een initiatief als Nextdoor kan in die leemte voorzien.”

Hoewel Nextdoor in de eerste plaats een digitaal platform is, blijken de online connecties vaak uit te monden in fysiek vervolgcontact en vormen van burenhulp. Met dank aan het laagdrempelige karakter van het platform. Van de Paal: “Een tijdje geleden kwam er een bericht binnen van een moeder die wilde gaan werken, maar in de knoop kwam omdat ze dan haar hond niet meer tussen de middag kon uitlaten. Dat is direct opgepikt door een andere vrouw die depressief thuis zat, en er juist wel behoefte aan had om buiten de deur actief te zijn. Het bleek de perfecte match te zijn, zonder dat er iemand hoefde te bemiddelen.”

Eén-op-één contact

De benadering van Nextdoor verschilt sterk van Humanitas, met 24.000 vrijwilligers één van grotere vrijwilligersorganisaties van Nederland. Waar Nextdoor mensen in de wijk via digitale media met elkaar verbindt, richt Humanitas zich vooral op persoonlijk één-op-één contact. Rebecca Gerritse, manager Programma’s bij Humanitas. “We hebben vaak te maken met een enorm kwetsbare doelgroep van mensen die buiten de boot vallen. Bijvoorbeeld vanwege langdurige armoedeproblematiek, omdat ze in detentie leven of omdat ze hun eigen kinderen niet meer goed kunnen opvoeden. Onze overtuiging is dat we deze mensen het beste kunnen helpen door ze heel gericht, van mens tot mens, te ondersteunen. Onze vrijwilligers gaan met hen in gesprek en helpen hen om een netwerk op te bouwen en de regie over hun leven weer terug te krijgen. Dit doen we bijna altijd op een traditionele face-to-face manier.” Hoewel de ondersteuning gebaseerd is op ‘live’ contact, heeft Humanitas ook een aantal online projecten voor mensen die te maken hebben met verlies of rouwverwerking. Bovendien startte de organisatie onlangs een project waarin jongeren met schulden zowel offline als online worden ondersteund. Gerritse: “We moeten social media veel meer gebruiken om verschillende doelgroepen te bereiken. Dat geldt niet alleen voor het werven van potentiele vrijwilligers, maar ook voor jonge mensen die hulp zoeken. Met sociale media kan je de gemeenschap om hen heen versterken. Dat vergroot de kans dat ze zich uiteindelijk op eigen kracht staande kunnen houden.”

Kritische massa

Het succes van online platforms laat zien dat mensen graag nieuwe (digitale) gemeenschappen vormen. Dat geldt niet alleen voor buurten, maar ook voor platforms die zich richten op een maatschappelijk doel. Peerby, een app die het mogelijk maakt om snel en gemakkelijk spullen van je buren te lenen, stimuleert duurzaamheid en een circulaire economie. Verbeter de Buurt, een platform waarop buurtbewoners problemen zoals zwerfvuil of graffiti melden, draagt bij aan verbetering van de fysieke leefomgeving en www.nlvoorelkaar.nl fungeert als een onlinemarktplaats waar hulpbehoevenden en vrijwilligers elkaar op een simpele manier kunnen vinden. In alle gevallen kunnen de deelnemers onafhankelijk van tijd en plaats hun krachten bundelen. Frank van Bussel: “Iemand die vroeger een goed idee had op het gebied van leefbaarheid, moest soms stad en land aflopen om gelijkgestemden te vinden. Nu kan hij met een paar muisklikken al een verbinding tot stand brengen met mensen en organisatie die iets soortgelijks nastreven. Dankzij online platforms bereik je veel eerder een kritische massa.”  Met de toenemende digitalisering van de onderlinge communicatie, doemt ook het gevaar op van uitsluiting. De praktijk laat een meerderheid van actieve burgers en organisaties zien, die elkaar op online kanalen vinden. Daar staat een min of meer vergeten groep tegenover van mensen die niet mee profiteren van de ‘digitale revolutie’, omdat ze simpelweg niet over internet beschikken of de mogelijkheden van online communicatie niet weten te benutten. Vooral ouderen boven de 75 dreigen de boot te missen.Isolement
Gerritse: “Veel 75-plussers hebben geen internet. Dat is ontzettend jammer, want zij vormen een deel van de kwetsbare groep die je juist meer bij de buurt zou willen betrekken. Daar komt bij dat social media soms ongewild de tegenstelling tussen haves en havenots  onderstrepen. Als je met armoede- of eenzaamheidsproblematiek worstelt, en je ziet op Facebook alleen maar vrolijke berichtjes langskomen, kan dat je gevoel van maatschappelijk isolement behoorlijk versterken.” Van de Paal: “De digitale kloof is een reëel gegeven. Maar gelukkig heb je niet altijd een internetverbinding nodig om mee te kunnen doen. Er zijn buurten waar de discussies en gesprekken op Nextdoor geprint worden en uitgedeeld aan ouderen in de buurt, zodat ze betrokken blijven bij wat er in hun buurt of straat speelt.”

Tegenover het gevaar van uitsluiting staat een belangrijk voordeel. Door de opmars van platforms als Nextdoor is de drempel om elkaar hulp te bieden lager dan ooit. Een hulpbehoevende buurvrouw, die niet meer in staat is om zelf haar boodschappen te doen, is slechts één muisklik verwijderd van een straatgenoot, die deze hulp best wil bieden. Toch blijkt de praktijk weerbarstig. Recent onderzoek laat zien dat een kwart van de Nederlanders de hulp van een buur kan gebruiken, maar daar niet om durft te vragen. Van Bussel: “Als mensen hun hulpvraag niet kenbaar maken, kan de omgeving daar niet op inspringen. Dat neemt niet weg dat een platform als Nextdoor een positief soort sociale controle kan uitoefenen. Het zorgt ervoor dat de mensen die wél hulp kunnen bieden, actief met elkaar verbonden zijn en weten wat er in hun buurt speelt. Dat vind ik pure winst.”

Dit artikel verscheen in Werkplaats 23.