Katalys - orange-figure-13

Een initiatief starten met ouderen in je wijk?

10 praktische stappen die je op weg helpen

Welk woord komt er als eerste in je op als je denkt aan ouder worden? De kans is groot dat dit geen positief woord is. En dat is ook niet zo raar, want uit een studie van de Leyden Academy on Vitality and Ageing blijkt dat het woord ‘ouderen’ in de Nederlandse nieuwsmedia en op social media vooral gecombineerd wordt met woorden als eenzaamheid, zorg, kwetsbaar, dementie en ziekte. Onbewust koppelen we ouderen daardoor aan een negatief beeld, dat overigens breed én wereldwijd gedeeld wordt: we herkennen dat beeld zelfs niet als discriminerend omdat we het zo gewoon vinden. Als je dus een initiatief wilt starten in je wijk met ouderen, dan zou de eerste stap wat (zelf)onderzoek moeten zijn, aldus Rieke Schouten, Heleen André de la Porte en Saskia van Alphen.

Stap 1: Hoe denk je zelf over ouder worden?

Rieke: “Als je bij jezelf ontdekt dat je vooral het gevoel hebt dat je zolang mogelijk weg moet blijven van ouderdom en dat jong blijven – zowel fysiek als mentaal – erg belangrijk voor je is, dan kun je een initiatief voor ouderen misschien helemaal verkeerd aanpakken. Omdat je ouderen dan niet de mogelijkheid geeft om ‘ouder te zijn’.” Zoals uit het onderzoek van Leyden Academy blijkt, is het beeld van de afhankelijke, eenzame en/of zieke oudere bijzonder hardnekkig. We verwachten weinig van ouderen, gaan voorbij aan hun identiteit en betutteling ligt op de loer. Heleen: “Dat zorgt dan weer voor een negatief zelfbeeld bij die ouderen. En dat is begrijpelijk: als ik ergens in dienst ben, en mijn werkgever gelooft niet in me, dan is het ook moeilijk om op niveau te blijven presteren. Wees je dus bewust van je eigen beeld rondom ouder worden en verdiep je hierin.”

Stap 3: Creëer samen iets

Feit is dat je hersenen veranderen als je ouder wordt, waardoor zelf initiatief nemen of iets nieuws ondernemen moeilijker wordt. Maar met een klein zetje of een helpende hand (zonder dat je de boel overneemt), komen ook oudere mensen weer in beweging. Begin laagdrempelig met wat je uit stap 2 hebt opgehaald. Heleen: “Het helpt als je samen iets creëert. Toneel, tuinieren, dansen, kunst maken, eten: stap in op de passie van mensen.” Rieke: “Ik ben betrokken bij Lang Leve Kunst, waarbij ouderen actief met kunst bezig gaan, samen met een kunstenaar. Kunstenaars hebben vaak het vermogen om gewoon de mens te zien en echt contact te maken, zonder te kijken wat iemand niet kan of betuttelend te zijn. Prachtig is dat! Verdiep je hierin.

Stap 5: Betrek andere leeftijden bij je initiatief

Ouderen zelf vinden het vaak fijn om met leeftijdsgenoten te zijn: ze spreken dezelfde taal, hebben hetzelfde meegemaakt en contact maken is dan makkelijk. Toch levert het veel op als je ook andere generaties betrekt bij je activiteiten. Maar dan moet er wel voor beide groepen wat te brengen en te halen zijn. Rieke: “Als je er de tijd voor neemt, zorgt voor wederkerigheid en het goed begeleidt dan kunnen er prachtige ontmoetingen ontstaan. Ik ken mooie initiatieven waarbij ouderen genieten van de dynamiek van jongeren en jongeren het juist heerlijk vinden om in rust met ouderen te kunnen praten.”

Stap 7: Zorg voor een ontmoetingsplek

Een ontmoetingsplek kan een buurthuis zijn (in zelfbeheer of gehuurd), maar dat hoeft niet per se. Een georganiseerde inloop bij de supermarkt kan ook prima werken. Of een maandelijkse koffieochtend bij een wijkbewoner thuis. Als je continuïteit in je initiatief wilt krijgen, helpt een vaste locatie wel. Saskia van Alphen van KNHM foundation: “De vraag die bij de wens van een eigen locatie hoort is: wat wil ik maatschappelijk gezien bereiken en welke omgeving is daarvoor nodig? Het is goed te starten met kleinschalige activiteiten zodat je weet wat er leeft in de wijk en wat de behoeften zijn van oudere buurtgenoten. Neem, zoals Rieke en Heleen ook aangeven, de tijd om dit te ontdekken en bouw op basis daarvan je activiteiten uit. Zo kun je zomaar van een koffierondje thuis uitgroeien tot een woonzorgcentrum in eigen beheer.”

Stap 9: Denk na over financiering

Als je voor activiteiten financiering nodig hebt, denk dan eens aan sponsoring (in geld of natura), een eigen bijdrage van de deelnemers of fondsenwerving/ crowdfunding. Er is vaak veel meer mogelijk dan je denkt. Heb je grotere plannen, dan moet je op zoek naar investeerders en de maatschappelijke waarde van je activiteiten aannemelijk maken. Het is vaak moeilijk om een eerste financiering te vinden, omdat banken bewonersinitiatieven toch vaak te risicovol vinden. Saskia: “Klop daarom zeker aan bij fondsen, zoals Fonds Sluyterman van Loo of Stichting RCOAK, of organisaties zoals KNHM foundation. Wij durven dit soort risico’s eerder aan en helpen je met de business case en het opzetten van een professionele organisatie. Als je eenmaal een betrouwbare investeerder hebt, dan volgen anderen ook makkelijker.”

Stap 2: Het begint met oprechte interesse (en koffie)

Het grootste gevaar schuilt erin dat je, hoe goed bedoeld ook, iets bedenkt wat jij geweldig vindt maar waar je wijkgenoten niet op zitten te wachten. Heleen: “Een flyertje rondsturen zonder dat je zelf gesproken hebt met ouderen in je buurt heeft niet zoveel zin. Drink liever eens een bak koffie met oudere buurtgenoten. Vraag hoe het met ze is, wat hebben ze de afgelopen tijd gedaan? Wat missen ze in de wijk of wat kan er beter? Door oprecht geïnteresseerd te zijn, leer je elkaar beter kennen.” Rieke: “Het is voor ieder mens belangrijk om het gevoel te hebben dat je ertoe doet, dat je iets te bieden hebt. Precies dat gevoel missen veel ouderen: ze denken dat ze niets meer kunnen bijdragen. Begin een initiatief dan ook niet voor ouderen, maar doe het met ouderen.”

Stap 4: Okay Boomer… Wees je bewust van je eigen generatiekracht – en valkuilen 

De vrijwilligers in een wijk horen vaak bij de generatie babyboomers (geboren tussen 1940-1955). Nu gaan we toch een beetje generaliseren maar dit is een groep die de maakbaarheid in de vingers heeft. Babyboomers zijn succesvol, activistisch, hebben nog steeds veel invloed en beschikken over grote organisatiekracht. Als vrijwilliger zijn ze enorm waardevol. Er is echter ook een maar. Rieke: “Juist deze generatie vreest de ouderdom. En daarmee kunnen ze onbedoeld bijdragen aan het versterken van de negatieve beeldvorming rondom ouder worden. Bovendien kunnen ze jongere vrijwilligers in de weg zitten met hun andere manier van werken. Een babyboomer zet bijvoorbeeld graag voor het hele jaar de afspraken al in de agenda. Een jongere kijkt wel of ‘ie overmorgen kan.” Heleen: “Het is belangrijk dat babyboomers weten wat hun kracht is, maar ook hun zwakte kennen. Dat ze daar even om kunnen glimlachen en een stapje terug kunnen zetten. Zodat andere manieren van werken ook de ruimte krijgen.”

Stap 6: Vind het wiel opnieuw uit

Er zijn talloze succesvolle voorbeelden van initiatieven met ouderen. En tóch moet je het wiel opnieuw uitvinden. Heleen: “Het is gewoon onmogelijk om een blauwdruk te maken van wat je moet doen om het ouderen in je wijk naar de zin te maken. Wat in de ene wijk heel goed werkt, kan in een ander soort buurt de plank volledig mis slaan. Elke wijk is anders, de mensen die er wonen zijn anders en sowieso: ouderen zijn géén homogene groep mensen voor wie ‘one-sizefits-all’ geldt. Het is altijd maatwerk.”

Stap 8: Werk samen met (zorg)professionals

Als je initiatief het buurthuis als ontmoetingsplek heeft, helpt het als daar ook (zorg)professionals spreekuur houden (denk aan bloedprikken, fysiotherapie of het WMO loket van de gemeente). Dat stimuleert dat ouderen de weg naar het buurthuis weten te vinden. Saskia: “Je kunt ook denken aan het opzetten van WMO-activiteiten zoals dagbesteding voorouderen, of zorginstellingen uitnodigen om dat op jullie locatie te organiseren.” Ook kun je verschillende generaties elkaar laten ontmoeten, doordat er bijvoorbeeld een peuterspeelzaal, bibliotheek of muziekschool in huist. Maar ook zonder locatie kun je samenwerken met professionals die in de wijk zijn gevestigd, zoals het woonzorgcentrum of de school.

Stap 10: Zorg voor een wereldteam

Zowel Rieke, Heleen als Saskia beamen: als je een team samenstelt dat goed met elkaar overweg kan, dan is de kans op succes groter. Saskia: “Heb het leuk met elkaar, daar begint het allemaal mee. Maar zorg ook voor professionaliteit en duurzaamheid binnen je team. En als je verder wilt doorgroeien heb je een divers bestuur nodig. Mensen die financieel sterk zijn of juist heel ervaren in de zorg. Met een wereldteam kun je de mooiste dingen bereiken in je buurt!”

Goed ouder worden – in je buurt, wijk of dorp

Onder de titel ‘Goed oud worden – in je buurt, wijk of dorp’ geven Rieke en Heleen kennisbijeenkomsten door het hele land, in samenwerking met de ouderenfondsen Stichting RCOAK en Fonds Sluyterman van Loo en met KNHM foundation. Via onderzoek, gesprekken en projecten ontdekten zij dat de beeldvorming rondom ouder worden behoorlijk stereotiep is, wat participatie van ouderen de weg staat. Saskia is senior adviseur van KNHM Participaties en begeleidt in die hoedanigheid initiatieven in het professionaliseren van de organisatie, verduurzaming van de bedrijfsvoering en financiering voor bijvoorbeeld verbouwing of aankoop van vastgoed.

Ouderen aan het woord

“Mijn werk neemt nu af en ik sta voor de vraag: hoe ga ik de komende jaren invullen? Ik heb als principe genomen: leeftijdsadequaat leven, het leven leiden dat nu bij me past. Er is nu een zekere leegte, een aantal dingen vallen weg. Ik laat die even bestaan tot het ruimte wordt om in te gaan vullen.”
Lauk – 72“Als je naar bingo of zoiets gaat, daar houden wij weer niet van, nou ja, daar wordt zo weinig van je verwacht. En hier kun je ook zelf wat van opsteken.”
Deelneemster van een kunstactiviteit – 86“Ik ben dus alleen, ik voel me vaak ook heel alleen en zo. En dat was iets waar ik helemaal niet op gerekend had. Mijn vriend was 10 jaar jonger en ik heb het daar nog steeds moeilijk mee. Ik zoek dan de levendigheid […], dat bedoel ik met inzet. Je moet echt je best doen om voort te kunnen gaan.”
Deelnemer onderzoek* – 79“Ik heb liever dat ze [jongeren, red.] me met rust laten. Maar, er komt een maar bij, dat is niet goed voor mij want dan ga ik veel te veel piekeren en dan ga ik de verkeerde kant op met al mijn gepieker. Dan sla ik door naar kluizenaar zijn. Ik moet af en toe wakker geschud worden.”
Ans, recent weduwe, in de documentaire ‘Een nieuwe morgen’ van Kim Brand (2017)“Je moet durven vragen”.
Deelneemster onderzoek* – 90“En ik ben tegen het selectieve, ook qua leeftijd. In een goed functionerende gemeenschap moeten alle leeftijden een plek hebben, ook een paar rare studenten, en ook wat hoogbejaarden.”
Deelnemer onderzoek* – 80Dit artikel verscheen in Werkplaats 29.