Katalys - orange-figure-13

Bewonersinitiatieven doen het samen

Bewonersinitiatieven doen het samen

“Naar elkaar omzien zit in ons DNA”

De opkomst van bewonersinitiatieven is onstuitbaar. Net als de noodzaak om samen met andere partijen te werken aan een betere wereld. Werkplaats sprak met alle organisatoren van het We doen het samen! Festival over impact maken, plezier hebben en een stille revolutie.  Bewonersinitiatieven zijn echt een substantieel onderdeel van de oplossing geworden.”

Een festival dat een heel jaar duurt. Het lijkt een utopie in tijden van beperkende coronamaatregelen, maar het bestaat wel degelijk. Op 1 januari startte We doen het samen, een festival voor en door bewonersinitiatieven. Het festival, dat dit jaar voor de tweede achtereenvolgende keer digitaal plaatsvindt, laat al jaren zien hoe belangrijk het is dat bewonersinitiatieven elkaar ontmoeten, inspireren en van elkaar leren. “Het We doen het samen! Festival is een mooie manier om bottom up-initiatieven in de gemeenschap of wijk zichtbaar te maken,” zegt Thijs van Mierlo, directeur LSA bewoners. “Met het festival kun je laten zien hoe groot de beweging is en creëer je een prachtig podium waar bewonersinitiatieven van elkaar kunnen leren en elkaar met hun enthousiasme kunnen aansteken. Dat is heel belangrijk, want bewonersinitiatieven gedijen echt bij het feit dat de initiatiefnemers het leuk vinden. Het is superleuk om met elkaar aan een mooiere buurt te werken. Het enthousiasme spat er vaak vanaf.” Het bewonersfestival staat dit jaar wederom in het teken van de slogan: we doen het samen. Logisch, want samenwerken en samendoen zijn belangrijke drijvende krachten achter bewonersinitiatieven. Bovendien kunnen bewonersinitiatieven aanzienlijk meer bereiken als ze hun krachten samenvoegen. “Bewonersinitiatieven bestaan bij de gratie van het feit dat mensen hun krachten bundelen,” zegt Jitske Tiemersma, directeur KNHM foundation. “Dat kan samen met andere mensen uit hun straat of dorp zijn, maar ook met andere initiatieven, met de gemeente, welzijnsinstellingen en fondsen. Door samen op te trekken, heb je meer doe-kracht, kun je elkaar aanvullen in deskundigheid, bereik en netwerk en kun je uiteindelijk meer maatschappelijke impact realiseren.”

Wijsheid in pacht

Van een workshop over het kopen van maatschappelijk vastgoed tot een fiets- of wandelroute langs de trofeewinnaars van Kern met Pit: wie (digitaal) rondkijkt op het We doen het samen! Festival, ziet al gauw dat bewonersinitiatieven een onmisbaar bindmiddel zijn geworden in de Nederlandse samenleving. En dat bewonersinitiatieven net zo bij Nederland horen als de Deltawerken of de Keukenhof. “Nederlanders zijn tegelijkertijd ondernemend en sociaal,” zegt Sandra Jetten, directeur van het Oranje Fonds. “Naar elkaar omkijken zit echt in het DNA van onze maatschappij en burgerinitiatieven vormen daar een hele mooie uiting van. Met elkaar proberen problemen aan te pakken, gewoon de schouders eronder zetten en denken in oplossingen in plaats van problemen.”

“Bewoners weten zelf het beste wat er nodig is in hun wijk en hoe bepaalde voorzieningen slimmer georganiseerd kunnen worden,” zegt Carol Gribnau, directeur Stichting DOEN. “In Rotterdam heeft de Afrikaanderwijk Coöperatie met behulp van het right to challenge de afvalinzameling van de Akrikaandermarkt overgenomen. Daardoor is er niet alleen minder zwerfafval in de buurt, maar wordt het afval beter gescheiden en kan de coöperatie mensen aan werk helpen die anders moeilijk aan de slag zouden komen. Zo’n voorbeeld laat heel mooi zien dat bewoners, als het gaat om hun eigen omgeving, vaak de wijsheid in pacht hebben.” Doe-democratie. Burgerparticipatie. Lokale kracht. Betrokken buurten. De wereld van bewonersinitiatieven kent vele gezichten en labels. Dat neemt niet weg dat de beweging steeds duidelijker haar stempel op de samenleving drukt. Ook bij het realiseren van grote maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, het organiseren van lokale zorg of het realiseren van een inclusieve samenleving.

Carol Gribnau, directeur Stichting DOEN

Thijs van Mierlo, directeur LSA bewoners

Sleutelrol

“We moeten zo langzamerhand inzien dat bewonersinitiatieven niet meer onder de noemer ‘goh, wat leuk’ vallen, maar een substantieel deel uitmaken van de oplossing,” zegt Ben van Essen, interim-voorzitter van Nederland Zorgt voor Elkaar. “De energietransitie is kansloos als burgers er niet zelf mee aan de slag gaan. Hetzelfde geldt voor het oplossen van zorgvraagstukken. Nederland vergrijst en ouderen willen steeds langer thuis blijven wonen. Dat krijg je alleen voor elkaar als burgers zelf initiatieven ontplooien om naar elkaar om te zien.”
Carol Gribnau: “Bewonersinitiatieven vervullen steeds vaker een sleutelrol bij het oplossen van grote vraagstukken waar de overheid geen antwoord op heeft. Denk aan het tegengaan van eenzaamheid of de integratie van nieuwkomers. Maar ook aan initiatieven zoals Herenboeren, waarbij burgers zich met boeren verbinden om de lokale voedselvoorziening anders in te vullen. Initiatieven van onderaf worden steeds belangrijker.” In Nederland zijn duizenden bewonersinitiatieven actief. Uit een recente inventarisatie van Nederland Zorgt Voor Elkaar blijkt dat alleen in het domein Zorg en Welzijn al bijna 1500 bewonersinitiatieven opereren. Ook de schaal van de bewonersactiviteiten wordt groter. Ambitieuze initiatieven op het gebied van burgerplanvorming, zoals het realiseren van een rondweg of de ontwikkeling van een dorpscentrum, zijn allang geen uitzondering meer.

Elkaar aanvullen

De toenemende schaal zorgt ervoor dat bewoners op steeds meer plaatsen activiteiten ontplooien die vroeger voorbehouden waren aan de gemeente. Ze kunnen daarbij sinds zes jaar gebruik maken van het right to challenge. Met dit recht kunnen bewoners, die vinden dat ze dezelfde dienstverlening beter, goedkoper of dichter bij de buurt kunnen organiseren, de gemeente uitdagen om een dienst uit te besteden. Joost van Alkemade, voorzitter vereniging NOVBen van Essen, interim-voorzitter Nederland Zorgt voor Elkaar Thijs van Mierlo: “Meer dan de helft van gemeenten maakt gebruik van het right to challenge en de voorbeelden worden steeds diverser en interessanter. Stadsdorp Elsrijk in Amstelveen heeft via het right to challenge een eigen buurtondersteuner in dienst genomen die allerlei maatschappelijke initiatieven ondersteunt. En in het Brabantse Langeboom hebben de inwoners zelf de regie gekregen bij de ontwikkeling van een nieuw sporthart en een nieuw sociaal hart. Dat is een hele recente ontwikkeling: dat burgers zulke brede overheidstaken op zich nemen en daarmee eigenlijk terugveroveren wat vroeger van de gemeenschap was.”

“Het idee achter het right to challenge is heel mooi,” vindt ook Sandra Jetten. Toch is de term right to challenge in haar ogen enigszins misleidend. “Right to challenge klinkt alsof bewonersinitiatieven met de overheid moeten concurreren. Maar ik denk juist dat bewoners met hun diensten en activiteiten vaak een hele mooie aanvulling vormen op wat de overheid doet. Het Oranje Fonds heeft onlangs een prijs uitgereikt aan de Zelfregiecentra van Vriendendiensten Deventer. In deze centra krijgen mensen met geestelijke gezondheidsproblemen een steuntje in de rug van ervaringsdeskundigen die hetzelfde proces achter de rug hebben. Die begeleiding zorgt ervoor dat hun re-integratie in de maatschappij een stuk soepeler verloopt. Dat is echt een i initiatief dat complementair is aan de zorg van de GGZ, en daardoor grote meerwaarde heeft.”

Participerende overheid

De opmars van bewonersinitiatieven laat zien dat er in de Nederlandse samenleving steeds meer doe-kracht is. Dat neemt niet weg dat initiatieven nogal eens vastlopen in de weerbarstige werkelijkheid van regels, wetten en bureaucratie. Bovendien weten overheid en andere maatschappelijke partijen zich lang niet altijd raad met ondernemende en creatieve bewoners. “Toen ik burgemeester van Haarlem was, werden burgerinitiatieven vaak eindeloos van de ene naar de andere afdeling doorgesluisd,” zegt Bernt Schneider, directeur VSBfonds. “Met een beetje pech was je als burgerinitiatief zo zes maanden verder. Om dat patroon te doorbreken hebben we een clubje ambtenaren van verschillende achtergronden bij elkaar gezet, dat binnenkomende initiatieven op haalbaarheid scande en ervoor zorgde dat een voorstel binnen 14 dagen bij het college B&W op tafel belandde. Als gemeente moet je actief zoeken naar manieren om bewonersinitiatieven te faciliteren. Anders blijft het een verschijnsel in de marge.”
“Naar mijn idee gaat het niet meer om de vraag hoe je burgers laat participeren, maar juist om een participerende overheid,” zegt Joost van Alkemade, voorzitter Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk. “Oftewel een overheid die niet vanuit zijn eigen regelgeving en wetmatigheid denkt, maar aansluit bij wat de burger doet. Die omslag is in mijn ogen heel hard nodig.” Volgens Joost is de regeldruk de afgelopen jaren onder invloed van nieuwe wetgeving als AVG en WBTR (Wet bestuur en toezicht rechtspersonen) ‘buitensporig’ toegenomen en worstelen vrijwilligersorganisaties zoals sportclubs en burgerinitiatieven steeds meer met het verantwoorden van hun bedrijfsvoering of wijze van besturen. “Er komt zo veel wet- en regelgeving op vrijwilligersorganisaties af, dat je eigenlijk zou moeten zoeken naar externe ondersteuning. Bijvoorbeeld via regionale of lokale servicebalies, die initiatieven taken uit handen kunnen nemen op het gebied van financiële administratie, organisatie en juridische zaken. Met als doel dat bewoners zich weer echt op de inhoud kunnen richten.” Sandra Jetten, directeur Oranje FondsBernt Schneider, directeur VSBfondsJitske Tiemersma, directeur KNHM foundation

Grassroots-model

De afgelopen jaren zijn bewonersinitiatieven een belangrijk onderdeel geworden van het sociale weefsel in buurten en dorpen. Toch worstelen veel initiatieven met de vraag hoe ze de continuïteit van hun activiteiten kunnen bewaken, vrijwilligers aan zich kunnen binden en kunnen zorgen voor duurzame financiering. Joost van Alkemade: “Veel initiatieven draaien mee in een soort projectfinancieringscarrousel. Ze hoppen van de ene tijdelijke financiering naar de andere. Dat betekent dat initiatiefnemers soms een onevenredig groot deel van hun tijd kwijt zijn met het zoeken van ondersteuningsgelden. Of dat al hun energie gaat zitten in het verhuren van hun  accommodatie, omdat dit de enige manier is waarop ze inkomsten kunnen genereren.”
Carol Gribnau: “Stichting DOEN speelt daar op in door burgerinitiatieven verschillende vormen  van financiële ondersteuning te bieden: van subsidie en lening tot participatie.” De praktijk leert dat bewonersinitiatieven in toenemende mate behoefte hebben aan nieuwe manieren van doneren en/of financieren. Zoals participatory grantmaking (democratisch geven), een vorm van doneren waarbij bewoners zelf, zonder verantwoording vooraf, invullen hoe ze het budget van een fonds besteden. Bernt Schneider: “Fondsen hebben nogal eens de neiging om vooraf een heel lijstje met voorwaarden af te vinken. Maar het is veel belangrijker dat je als fonds een open gesprek voert met actieve burgers. Het VSBfonds is een paar jaar geleden in de cultuursector begonnen met een soort grassroots-model, waarbij we veel sneller kunnen inspelen op vernieuwende kraamkamerinitiatieven. Daarbij gaan we echt uit van de gedachte: je krijgt een donatiebedrag, doe er iets goeds mee en verantwoord je achteraf. Die werkwijze sluit ook beter aan bij burgerinitiatieven: doneren vanuit vertrouwen en de zeggenschap echt bij burgers laten.”
Volgens Jitske Tiemersma zijn bewonersinitiatieven gebaat bij een betere bundeling tussen donatiegeld en maatschappelijk investeringsgeld. “Ik zou het toejuichen als er op lokale en regionale niveaus gemeenschapsfondsen komen, waarin overheid, maatschappelijke fondsen, bedrijven en particulieren geld doneren voor de financiering van lokale initiatieven. Maar ik denk ook dat we in Nederland moeten zoeken naar manieren om lokale initiatieven rechtstreeks te financieren, zodat je minder bureaucratie en transactiekosten hebt. Zo kan je meer waarde realiseren met publiek geld.”

Revolutie

Met de opkomst van bewonersinitiatieven is Nederland een beweging rijker die niet alleen snel kan inspelen op de behoeften van een buurt of straat, maar er ook voor zorgt dat bewoners steeds meer zeggenschap krijgen over hun directe leefomgeving. Het succes van bewonersinitiatieven en burgerparticipatie verleidde schrijver Rutger Bregman zelfs al eens tot de uitspraak dat er wereldwijd een stille revolutie aan de gang is, zeker als burgers meedraaien in het budgetteringsproces van de overheid. Joost van Alkemade: “Nederland heeft een zeer lange traditie van mensen die zelf als bewoner of vrijwilliger het eigenaarschap pakken. Van de waterschappen tot het vrijwilligerswerk in zijn huidige volle breedte: we willen zelf steeds meer eigenaar zijn van de problemen en uitdagingen in onze leefomgeving.”
Jitske Tiemersma: “De beweging van bewonersinitiatieven illustreert een omslag in de samenleving die al een jaar of tien gaande is. Je kunt het niet helemaal een revolutie noemen, omdat het geen beweging is met een uitgesproken politieke agenda. Ik denk overigens dat bewonersinitiatieven wel degelijk een politieke factor zijn geworden die invulling geeft aan de maatschappelijke democratie. Bewoners bepalen met hun doe-kracht steeds meer hoe de  samenleving eruitziet.”
Ben van Essen: “Revolutie vind ik een groot woord, maar er is de afgelopen tien jaar wel een enorme beweging op gang gekomen van bewoners die zelf in hun wijk of buurt aan de slag gaan om de kwaliteit van hun leefomgeving te versterken. En er is een collectief bewustzijn ontstaan dat samen oud worden betekent dat we samen aan de bak moeten. Tegelijkertijd zie je dat de definitieve doorbraak van de beweging nog stuk loopt op regelgeving en bureaucratie. Wat dat betreft is er misschien wel een echte revolutie nodig.”

Dik weefsel

Een rondgang door Nederland laat zien dat de groei van lokale initiatieven voorlopig onverminderd doorzet. Dat neemt niet weg dat veel bewonersinitiatieven zich nog in een steile leercurve bevinden. Jitske Tiemersma: “Het uitwisselen van kennis en ervaring is belangrijker dan ooit, net als de behoefte aan ontmoeting en inspirerende voorbeelden. Daarom is een festival als We doen het samen ook zo mooi. Maar het is ook belangrijk dat bewonersinitiatieven samen met netwerken van initiatieven en fondsen laten zien wat hun gezamenlijke impact is: die is gigantisch. Als je alle bewonersinitiatieven in Nederland met behulp van draadjes met elkaar zou verbinden, heb je een heel dik weefsel dat zich door de hele maatschappij vertakt.” Dit interview verscheen in onze Werkplaats.